Albert-Einstein

Inanna was de Sumerische godin van liefde, sensualiteit, vruchtbaarheid, voortplanting en oorlog. 

Haar primaire titel was "Koningin van de Hemel", en ze was de beschermgodin van de Eanna-tempel in de stad Uruk, haar vroegste cultuscentrum. In het archaïsche Uruk werd ze in drie vormen aanbeden: ochtend Inanna (Inana-UD/hud), avond Inanna (Inanna sig) en prinselijke Inanna (Inanna NUN), de eerste twee weerspiegelden de fasen van de planeet Venus waarmee ze werd geassocieerd. 

Inanna wordt altijd afgebeeld als een jonge vrouw die zich volledig bewust is van haar vrouwelijke kracht en het leven moedig tegemoet gaat zonder angst voor hoe ze door anderen, in het bijzonder door mannen, zal worden gezien. Zij draagt de vereniging van het mannelijke en het vrouwelijke in zich. En er zijn meerdere mythen waarin naar haar verwezen wordt als de godin die "een man in een vrouw en een vrouw in een man kan veranderen".

Het epische gedicht ‘Inanna’s afdaling naar de netherwereld’ (c. 1900-1600 BCE) beschrijft de reis van de godin Inanna van de hemel, naar de aarde, naar de onderwereld, om daar haar oudere zus Ereshkigal, Koningin der Doden, te bezoeken die pas weduwe geworden is. Het gedicht begint met de beroemde regels:

Van het Grote Boven opende ze haar oor voor het Grote Beneden

Van het Grote Boven opende de godin haar oor voor het Grote Beneden

Van het Grote Boven opende Inanna haar oor voor het Grote Beneden.

(Wolkstein en Kramer, 52)


Inanna beantwoord de innerlijke roep naar Wijsheid en verlaat haar tempels in de zeven steden van haar aanbidding. Zij laat alle glorie van hemel en aarde achter zich en bereidt zich voor op de reis "waarvan geen reiziger ooit is terugkeert". Haar zeven goddelijke krachten transformeert ze in zeven vrouwelijke verlokkingen als een kroon, gouden sieraden en haar koninklijk gewaad --om zichzelf zo te kunnen beschermen. Ook instrueert ze haar trouwe dienaar, Ninshubur, wat te doen mocht ze niet terugkeren: ze moet dan Inanna’s vaders opzoeken en er bij hen op aandringen hun dochter niet te laten sterven.

Aangekomen bij de buitenpoorten van de onderwereld kondigt Inanna zichzelf aan als "Inanna, Koningin van de Hemel, op weg naar het oosten." Neti, de belangrijkste poortwachter van de onderwereld, is sceptisch en ondervraagt haar verder. Waarop Inanna antwoordt dat ze wil afdalen naar het Grote Beneden vanwege haar oudere zus, Ereshkigal. En dat zij getuige wil zijn van de begrafenisrituelen van Ereshkigals pas gestorven echtgenoot, Gugalanna. Neti is nog steeds onzeker en zegt tegen Inanna dat ze moet wachten, terwijl hij haar boodschap aan zijn koningin overbrengt.

Wanneer Neti zijn koningin, Ereshkigal, vertelt over de glorieuze Inanna bij de paleispoorten, gehuld in haar zeven attributen van vrouwelijke allure, is Ereshkigal woedend. Nadat ze bij het nieuws heeft stilgestaan, zegt ze tegen Neti dat hij de zeven poorten van de onderwereld moet vergrendelen om dan elke poort, een voor een, iets te openen, Inanna binnen te laten en haar koninklijke kleding een voor een af te nemen. Ereshkigal zegt ook tegen Neti: "Laat de heilige priesteres van de hemel naakt en diep gebogen voor mij komen."

Neti doet wat hem wordt opgedragen, vergrendelt de zeven poorten van de onderwereld en laat Inanna vervolgens door een kier van elke poort naar binnen. Terwijl ze dat doet, verwijdert hij een voor een haar kledingstukken, te beginnen met haar kroon, dan haar oorbellen van kleine lapiskralen, de dubbele kralenketting om haar nek, haar borstplaat genaamd "Kom, man, kom", haar gouden heupgordel, de lapis meetstok en meetlint in haar hand, en ten slotte haar koninklijke lende kleed. Elke keer als Inanna vraagt: "Waarom is dit?", Antwoordt Neti: "Wees stil Inanna, de wegen van de onderwereld zijn volmaakt. Ze mogen niet worden bevraagd.”

Dan komt Inanna, naakt en diep gebogen, de troonzaal binnen. Ereshkigal staat op van haar troon, terwijl Inanna naar haar toe beweegt. De Annuna, de rechters van de onderwereld, omsingelen Inanna en spreken hun oordeel tegen haar uit. Dan richt Ereshkigal haar Oog des Doods op Inanna, "spreekt tot haar het woord van toorn", "uit tegen haar de kreet van schuld" en "slaat haar neer met haar blik". Inanna veranderd in een lijk, een stuk rottend vlees, en wordt aan een haak aan de muur gehangen.

Wanneer Inanna, na drie dagen en nachten, niet is teruggekeerd, begint Ninshubur haar klaagzang en slaat op de trom voor Inanna. Ze gaat naar Inanna's grootvader van vaderskant, Enlil, en vervolgens naar Inanna's vader, en smeekt elk van hen om hun dochter niet ter dood te laten brengen in de onderwereld. Maar beiden zijn boos op Inanna vanwege haar daden en weigeren hulp.

Dan gaat Ninshubur naar Enki, de vader van Inanna's moeder, en smeekt hem om hulp. Enki is wél verontrust en bedroefd om Inanna. Om haar te redden, creëert Enki twee androgyne wezens uit het modder onder zijn vingernagels, de kurgarra en de galatur, aan wie hij het voedsel- en het water des levens meegeeft, en instrueert hen om als vliegen de onderwereld binnen te gaan. Hij vertelt ze dat Ereshkigal zal kreunen als een vrouw die op het punt staat te bevallen, klagend over haar binnenkant en haar buitenkant, en dat ze haar klaagzang moeten herhalen. Dit zou Ereshkigal behagen en ze zou de kurgarra en de galatur geschenken aanbieden. Ze moesten alles wat zij aanbood afslaan en mochten haar alleen vragen om het lijk dat aan de muur hing. Wanneer ze vervolgens het voedsel des levens en het water des levens op Innana zouden sprenkelen, zou zij uit de dood opstaan.

De kurgarra en de galatur luisteren naar Enki's woorden en gaan als vliegen de onderwereld binnen. Ereshkigal kreunt alsof zij op het punt staat te bevallen. Ze klaagt over haar binnen- en buitenkant, haar rug, hart en lever; en elke keer echoën de kurgarra en de galatur haar pijn. Als Ereshkigal stopt om naar hen te kijken, vraagt ze wie ze zijn en waarom ze met haar mee kreunen. Zij biedt hen dan haar zegeningen aan: eerst het watergeschenk, de rivier in zijn volheid, en dan het graangeschenk, de velden in de oogsttijd; maar elke keer weigeren de kurgarra en de galatur het geschenk. Als Ereshkigal hen vraagt wat ze dan wél willen, vragen ze om het lijk dat aan de haak hangt. Ereshkigal geeft ze het lijk, waarop ze het voedsel des levens en het water des levens op Inanna sprenkelen, en ze uit de dood opstaat.

 

Zegel van Inanna 2350 2150 BCE                   Zegel van Inanna in vol ornaat met Ninshubur die haar eer betuigt, 2350-2150 BCE


Inanna staat op het punt via de zeven poorten uit de onderwereld op te stijgen als de Annuna haar vastgrijpen en haar vertellen dat ze iemand moet aanwijzen om haar plaats in te nemen. Ze sturen de galla met haar mee, demonen van de onderwereld, die zich aan haar zijde vastklampen totdat ze de persoon uitkiest die haar plaats in de onderwereld zal innemen. Bij elke poort eist ze haar achtergelaten regalia op, de symbolen van haar krachten, haar lende kleed, de lapis meetstok en meetlint in haar hand, haar gouden heupgordel, haar borstplaat genaamd "Kom, man, kom", de dubbele kralenketting om haar nek, en ten slotte haar kroon.

Als Inanna de paleispoorten verlaat, met de galla, werpt Ninshubur, nu gekleed in een vuile zak, zich aan Inanna's voeten. De galla zijn bereid om Ninshubur mee te nemen, maar Inanna weigert, zich terdege bewust van Ninshubur's steun en aandeel in haar redding. Inanna weigert ook haar twee zonen te sturen, die om haar dood hebben gerouwd. Maar wanneer Inanna in Uruk aankomt en haar man, Dumuzi, zittend op diens troon aantreft, gekleed in zijn beste kleren, zich schijnbaar niet bewust van haar afwezigheid en niet in rouw gedompeld, zegt Inanna tegen de galla dat ze Dumuzi moeten meenemen.

Dumuzi probeert te ontsnappen door de god Utu te vragen hem in een slang en vervolgens in een gazelle te veranderen. Tevergeefs want elke keer vinden de galla hem. Dumuzi's zus, Geshtinanna, probeert uit alle macht haar tweelingbroer te beschermen, zelfs wanneer zij gemarteld wordt door de galla, maar het mocht niet baten. Dumuzi wordt verraden door een vriend, die door de galla is omgekocht met het watergeschenk en het graangeschenk.

Geshtinanna, rouwend om haar tweelingbroer, roept uit dat ze zijn lot zal delen. Inanna, ontroerd door zoveel verdriet en zelfopoffering, komt tussenbeide en besluit dat Dumuzi en Geshtianna elk een half jaar naar de onderwereld zullen gaan, en dat ze elk een half jaar in de bovenwereld zullen doorbrengen. Beiden legt Inanna in de handen van de Eeuwige, waardoor ze onsterfelijk worden.

*In de tempels van Inanna's aanbidding werd jaarlijks de hereniging van Inanna en haar geliefde Dumuzi gevierd (net voor de donkere maan van de herfst equinox) met de Duku ceremonie, waarin de zij de Hieros Gamos (versmelting van tegengestelden) beleven om vruchtbaarheid op te wekken. 

De mythe eindigt met lofzangen voor de Heilige Ereshkigal.

Heilige Ereshkigal! Groot is uw roem!

Heilige Ereshkigal! ik zing uw lof!

(Wolkstein en Kramer, 89)

 

DE NECTAR VAN DIT VERHAAL

Het gedicht over Inanna's reis naar de onderwereld wordt ook wel gezien als een beschrijving van Venus Retrogade. De periode waarin het hemellichaam Venus een aantal weken niet zichtbaar is en in haar cyclus een metamorphose doormaakt van avondster naar een morgenster. De collectieve energie in deze periode nodigt ons uit naar binnen te keren en die aspecten in onszelf onder ogen te komen die we mogen integreren om verder te kunnen openbloeien en meer naar de waarheid van ons hart te leven. 

Op een andere laag leert het gedicht en de lofzang aan de heilige Ereshkigal ons dat het leven niet altijd eerlijk is. Het epos van Gilgamesh vertelt dat het Inanna is die Ereshkigal's man Gugalanna naar het slagveld heeft gestuurd om daar Inanna's vijand te vermoorden. Dit pakte onverwacht anders uit. Ook heeft Ereshkigal niet gekozen om koningin van de onderwereld te zijn, zij is hiertoe veroordeeld door haar godenvaders. Daar hoort bij dat ze de onderwereld niet kan verlaten. Haar taak is om de zielen op te eten van gestorvenen en dat doet zij met veel compassie zo blijkt uit een paar regels die aan haar gewijd zijn. Daarnaast levert Inanna in haar plaats twee onschuldigen uit aan de onderwereld, haar man Dumuzi en diens zus. Al krijgt ze daar veel spijt van, mist haar geliefde dat het zeer doet en komt tot een oplossing die de geboorte van de seizoenen teweegbrengt.

De moraal voor de Soemeriers in die tijden is verre van een 'symbolische reis van het zelf naar heelheid' geweest maar eerder de les dat er gevolgen zijn voor iemands daden. Mogelijk hebben ze ook troost gevonden in de gedachte dat er, net als bij stervelingen, ook nare dingen gebeuren met goden en helden als gevolg van de onvoorspelbaarheid van het leven. Waarom dan klagen over een ongelukkig lot? 

Op een spirituele laag is er de inwijding in de mystieke leer, de zeven paden van bewustzijn, het herkennen en leren lichten van de zeven sluiers die we in elke bewustzijnsspiraal kunnen (door)zien en de invloed die het heeft op het weefsel van het bestaan. Zo boven. Zo beneden. Zo binnen Zo buiten. De rol van nederigheid, kwetsbaarheid, stilte/leegte, niet-weten en een integere levenshouding om de boog mee te spannen met de pijl van inzicht die, met precisie afgevuurd, het cyclische patroon van herhaling doorbreekt.

Een inspirerend epos met vele lagen! Daarom maakt de achtpuntige ster, symbool van Inanna, deel uit van het logo van Nunqui.

ARTIKELEN

Originele vertaling van dit epos [Eng >]

Over Inanna en haar vermogen gender te veranderen [Eng >]

Over Enheduanna, dichteres en Hoog Priesteres van Inanna [Eng >]


SUMERISCH LIED

The Raising of the Hand to Ishtar - by Gavin Shri Amneon [>]

INANNA'S LIED VAN KRACHT 
(een stukje van de tekst)

Mijn vader gaf me de hemel, gaf me de aarde,
Ik ben Inanna!

Koningschap gaf hij mij,
Koningin-schap gaf hij mij,
het voeren van de strijd gaf hij me, de aanval gaf hij me,
de vloedstorm gaf hij me, de orkaan gaf hij me!

De hemel zette hij als een kroon op mijn hoofd,
de aarde zette hij als sandalen aan mijn voeten,
een heilige mantel wikkelde hij om mijn lichaam,
een heilige scepter legde hij in mijn hand.

De goden zijn mussen - ik ben een valk;
de Anunnaki rollen traag voort -- ik ben een prachtige wilde koe;
Ik ben de prachtige wilde koe van vader Enlil,

 

inanna queen of the night Burney Re ief 19th18th century BCE                                                       Foto: Burney Relief, waarop Inanna of Ereshkigal of Lilith afgebeeld staat.